Handen, vingers, vuisten voelspel
Zo doe je het:
- Laat het kind op zijn buik liggen op bank of de grond (lekker op kussens).
- Zeg tegen het kind dat je een vinger op zijn rug gaat zetten en vraagt of hij dat voelt?
- Nu 2 vingers. Hoeveel voel je? Als het moeite kost te voelen ga je over op hele hand.
- Hoeveel vingers voel je?
- Voel je vingers of platte hand?
- Vuist op de rug. Voel je dat?
Kind mag nu zeggen hoeveel vuist-stappen er op zijn rug gezet mogen worden. Bijvoorbeeld twee naar boven en drie naar links.
- Hoeveel vuiststappen mag ik naar boven zetten? Hoeveel naar onder?
- Hoeveel naar links? Rechts?
- Hoeveel vuiststappen naar boven en rechts? In serie achter elkaar.
Papa en mama en broertje of zus samen:
- Voel jij van wie de hand is die op je rug ligt?
- Hoeveel handen liggen er op je rug? Dat kunnen er maximaal 6 worden.