Een beetje stoeien zorgt voor een sterkere verbintenis, helpt oplossingsgericht denken en geeft het zelfvertrouwen een opkikker. Kinderen kunnen stoom afblazen, ontwikkelen hun motoriek, experimenteren met rollen en leren om hun gedrag te reguleren.

Bij kwetsbare kinderen kan het stoeien wel moeilijkheden opleveren omdat het voor hen moeilijker is om speels gedrag goed te begrijpen en uit te leggen. Zij kunnen ook gevoeliger zijn voor ongelukjes en meer moeite hebben met het reguleren van hun gevoelens. Stoeien kan hierdoor gemakkelijker omslaan in vechten.

Als je verwacht dat het stoeien moeilijk is voor jouw kind, doe het dan voorzichtig met een overzichtelijk en afgebakend stoeispel zoals bijvoorbeeld ‘de Flamingo’ of doe het niet. Als jouw kind mag stoeien met een ander kind, blijf er dan bij en zorg ervoor dat de afspraken duidelijk zijn, bespreek het samen, en check na afloop of de afspraken opgevolgd zijn.

Belangrijke regels en afspraken die je van te voren met elkaar bespreekt zijn:

  • Zorg voor een start en een eind teken. Start met een respectvolle buiging naar elkaar en zeg ‘respect’. Eindig met het geven van een hand aan elkaar en bedank voor het stoeispel.
  • Je mag altijd stop zeggen en dan moet je allebei stoppen. Dus stop = stoppen.
  • Je mag jezelf en elkaar geen pijn doen.
  • Bij lengte of kracht verschil kan je degene die veel groter en sterker is een ‘handicap’ afspreken. Bijvoorbeeld dat degene die groter is alleen op de knieën mag of één hand op zijn/ haar rug moet houden.
  • Bij de spelletjes hieronder staan ook nog specifieke regels om van te voren af te spreken.